|
Download leerstijlen test | |||||||||||||||
Daarbij leren we allemaal op onze eigen manier.
De één leest liever eerst de gebruiksaanwijzing van een nieuwe
dvd-speler terwijl de ander gewoon wat knopjes uitprobeert. Deze vier momenten zijn:
In een model ziet dit er als volgt uit:
1. ervaringen
4. uitproberen 2. overdenken
2. theorie
Om iets goed aan te leren moet de hele cirkel
worden doorlopen. Dit betekent dat alle vier de (leer)momenten aan
bod komen. Met welk (leer)moment er wordt gestart dat kan voor
iedereen verschillend zijn. Wij hebben allemaal daarin onze
voorkeur. Deze individuele voorkeur wordt “leerstijl” genoemd. Er zijn 4 leerstijlen te onderscheiden:
Elke leerstijl past in een bepaald gedeelte van de cirkel:
1. De beschouwer De beschouwer leert vooral van ervaringen en het overdenken daarvan (1 + 2). Leerlingen met deze leerstijl willen veel bekijken, veel voorbeelden zien en vervolgens nadenken over wat ze gezien hebben. De beschouwer kan situaties zeer goed vanuit veschillende gezichtspunten bekijken en hij kan snel verbanden leggen tussen verschillende dingen die hij heeft gezien.
2. De denker Een leerling met de leerstijl van de denker leert vooral door dingen te overdenken en verbanden te leggen (2 + 3). Denkers willen eerst iets theoretisch begrijpen. Ze willen precies weten hoe alles in elkaar steekt. Deze leerlingen kunnen best praktisch zijn . Zij willen alleen vooral zelf dingen uitpluizen.
3. De beslisser De beslisser heeft eerst behoefte aan een theoretische uitleg. Daarna wil hij het graag gaan toepassen in de praktijk (3 + 4).
4. De doener Doeners leren vooral door dingen zelf uit te proberen en door ervaringen (4 + 1). Zij leren door te doen, te struikelen en te verbeteren. Zij willen graag nieuwe dingen uitproberen. Aan (vooraf) nadenken besteden ze niet veel tijd. Al werkend lossen ze vragen en problemen op.
Een leerstijl bepaalt wat voor iemand de meest effectieve manier is om iets te leren. Een doener heeft geen behoefte aan veel theorie vooraf. Voor een doener werkt dit demotiverend. Een beschouwer daarentegen heeft veel voorbereidingstijd nodig voordat hij ‘klaar’ is om het geleerde in de praktijk te gaan uitproberen. Dit betekent dat het als leermeester belangrijk
is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de leerstijl van de
leerling.Vaak gaat het maar om kleine aanpassingen in de manier van
aanleren. In de onderstaande tabel staan tips over wat je als leermeester vooral WEL (= DO) kunt doen om aan te sluiten bij de leerstijl van je leerling en wat je vooral NIET (DON`T) moet doen bij de verschillende leerstijlen.
|