1
Wat is een belangrijk kenmerk van een beoordelingsgesprek? |
1. |
|
zowel leerling als leermeester kunnen onderwerpen op de agenda zetten |
2. |
|
het coachen van de leerling |
3. |
|
er kunnen belangrijke beslissingen genomen worden zoals het wel of
niet doorgaan met de opleiding |
2
Waartoe dient het opleidingsplan voor de leermeester? |
1. |
|
om de visie van het bedrijf niet uit het oog te verliezen |
2. |
|
om de opleiding van de leerling te plannen en te bewaken |
3. |
|
om de persoonlijke leerdoelen van de leermeester te plannen |
3
Wie is verantwoordelijk voor het grootste deel van de voorbereiding
voor een voortgangsgesprek? |
1. |
|
de ondernemer |
2. |
|
de leerling |
3. |
|
de leermeester |
4
Wat is het belangrijkste doel van een functioneringsgesprek?
|
1. |
|
sterke en zwakke punten in het functioneren helder krijgen en
bespreken |
2. |
|
een beargumenteerd oordeel vastleggen over het functioneren van de
leerling |
3. |
|
vorderingen vastleggen van de leerling en waardering uitspreken |
5
Wat zijn de functies van de LSD-formule?
|
1. |
|
leren, stimuleren en doorvragen |
2. |
|
luisteren, samenvatten en delegeren |
3. |
|
luisteren, samenvatten en doorvragen |
6
Is het belangrijk om het voorstellen van de leerling aan de
medewerkers van het bedrijf vast te leggen? |
1. |
|
nee, dit gebeurt vanzelf |
2. |
|
ja, in het inwerkprogramma |
3. |
|
ja, in de inwerk-checklist |
7
Hoe wordt het evalueren van eigen gedrag en werkmethoden genoemd? |
1. |
|
selecteren |
2. |
|
concretiseren |
3. |
|
reflecteren |
8
Wat is extrinsieke motivatie? |
1. |
|
motivatie door middel van ondersteunen en stimuleren |
2. |
|
motivatie van buitenaf aangestuurd, vaak door straf of beloning |
3. |
|
motivatie door je te verplaatsen in de belevingswereld van de ander |
9
Waarom is samenvatten tijdens een gesprek met je leerling belangrijk? |
1. |
|
omdat doorvragen dan makkelijker is |
2. |
|
omdat het overzicht en orde aanbrengt in het gesprek |
3. |
|
omdat het gesprek dan niet op een kruisverhoor gaat lijken |
10
Wat is voor een leerling in een nieuw bedrijf de belangrijkste fase? |
1. |
|
de 1e twee weken, ook wel de hechtingsfase genoemd |
2. |
|
de sollicitatieprocedure |
3. |
|
de twee weken na de inwerkperiode, ook wel de hechtingsfase genoemd |
11
Welke van de onderstaande stellingen over de relatie tussen de
leermeester en de leerling in gezamenlijke gesprekken is juist? |
1. |
|
Bij een voortgangsgesprek is de relatie gelijkwaardig, net als bij
een functioneringsgesprek. |
2. |
|
Bij een voortgangsgesprek is de relatie gelijkwaardig, net als bij
een beoordelingsgesprek. |
3. |
|
Bij een voortgangsgesprek is de relatie niet gelijkwaardig omdat je
een oordeel moet geven, net als bij een beoordelingsgesprek. |
12
Welk niveau van feedback geven kan je beter niet gebruiken?
|
1. |
|
onvoorwaardelijk negatief |
2. |
|
voorwaardelijk negatief |
3. |
|
onvoorwaardelijk positief |
13
Welk type vraag kan leiden tot een kruisverhoor? |
1. |
|
open vraag |
2. |
|
suggestieve vraag |
3. |
|
gesloten vraag |
14
Welke instelling kan hulp bieden bij het opstellen van de
beoordelingscriteria bij het examineren van een beroepsvaardigheid? |
1. |
|
KHN |
2. |
|
het ROC |
3. |
|
Kenwerk (LOB-HTV) |
15
Wie is er verantwoordelijk voor het schrijven van de visie op het
opleiden van een leerling? |
1. |
|
de ondernemer is verantwoordelijk maar kan dit samen doen met het ROC |
2. |
|
de ondernemer is verantwoordelijk maar kan dit samen doen met de
leermeester |
3. |
|
de leermeester is verantwoordelijk maar kan dit samen doen met de
ondernemer |
16
Hoe heten de vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een
professionele beroepsuitoefening? |
1. |
|
beroepsvaardigheden |
2. |
|
teamgerichtheidsvaardigheden |
3. |
|
servicegerichtheidsvaardigheden |
17
Hoe worden de signalen genoemd die we met onze houding en de mimiek
van het gezicht uitzenden? |
1. |
|
gevoel |
2. |
|
non-verbaal |
3. |
|
verbaal |
18
Wat is de belangrijkste doelstelling van het coachen van een
leerling? |
1. |
|
de leerling te leren zijn/haar eigen oplossingen te vinden |
2. |
|
sterke en zwakke punten in het functioneren van de leerling bespreken |
3. |
|
het confronteren van de leerling met zijn/haar eigen gedrag |
19
Hoe heet het als je persoonlijke eigenschappen van jezelf aan de
leerling toekent en verwacht dat hij/zij zaken op dezelfde manier
benadert als jij dat zou doen? |
1. |
|
het “halo-effect” |
2. |
|
onbewust vergelijken |
3. |
|
projectie |
20
Wat is de kern van het situationeel leiderschapsmodel? |
1. |
|
de wijze waarop je als leermeester leiderschap uitstraalt |
2. |
|
de wijze waarop je als leerling leiderschap ontvangt |
3. |
|
de mate waarin je bij een goede begeleiding taak- of relatiegericht
bent |
21
Het doorvragen in een gesprek houdt in dat je doorgaat op wat de
leerling net heeft gezegd. Wat zijn voorbeelden van generalisaties waar
je goed op kan doorvragen? |
1. |
|
iedereen, altijd, de collega’s |
2. |
|
soms, nooit, iemand |
3. |
|
misschien, zou kunnen, natuurlijk |
22
Wat wordt bedoeld met intonatie? |
1. |
|
de toon waarop iets wordt gezegd |
2. |
|
de betekenis die iemand over wil brengen |
3. |
|
de emoties tussen twee gesprekspartners |
23
Welk document helpt je om vast te stellen welke functie binnen het
bedrijf de toekomstige leerling krijgt? |
1. |
|
het bedrijfsprofiel |
2. |
|
de personeelsadvertentie |
3. |
|
het leerlingenprofiel |
24
Wanneer een bedrijf een leerling aanneemt zal iedereen in het bedrijf
medewerking moeten verlenen bij de begeleiding van de leerling. Op welke
manier zullen andere medewerkers binnen het bedrijf tijd moeten steken
in deze begeleiding? |
1. |
|
meewerken aan het ontwikkelen van opdrachten voor de leerling |
2. |
|
de competentieontwikkeling van de leerling bijhouden |
3. |
|
beschikbaar zijn om vragen te beantwoorden van de leerling |
25
Wat is de beste manier om je leerlingen te stimuleren om verder te
vertellen in een gesprek? |
1. |
|
aandachtgevend gedrag |
2. |
|
aandachtvragend gedrag |
3. |
|
aandachtverdelend gedrag |
26
Objectiviteit is belangrijk bij het beoordelen van een vaardigheid.
Hoe kan je zorg dragen voor deze objectiviteit? |
1. |
|
door een zo positief mogelijke instelling aan te nemen |
2. |
|
door de beoordelingscriteria vooraf aan te geven |
3. |
|
door tijdens de beoordeling geen oogcontact te hebben met de leerling |
27
Wat is belangrijk bij het geven van feedback? |
1. |
|
geef duidelijk aan welk gedrag je niet bij de ander wilt zien |
2. |
|
geef eerst een punt ter verbetering aan voordat je de positieve
punten bespreekt |
3. |
|
gebruik de ik-vorm bij het aangeven van welk effect het gedrag van de
ander op je heeft |
28
Welke onderstaande stelling over beoordelingscriteria bij het
beoordelen van vaktechnieken is juist? |
1. |
|
de leerling kan en mag de beoordelingscriteria niet vooraf inzien |
2. |
|
beoordelingscriteria kunnen altijd aangepast worden |
3. |
|
beoordelingscriteria moeten vooraf vastgesteld zijn |
29
Op welke manier kan de leerling de voortgang van zijn/haar eigen
competentieontwikkeling zichtbaar maken? |
1. |
|
door het afvinken van aangeleerde taken in het instructieplan |
2. |
|
door het afvinken van handelingen in een taakanalyse |
3. |
|
door het evalueren van leerdoelen |
30
Bestudeer onderstaande stelling:
Communicatie wordt beïnvloed door je lichamelijke en geestelijke
gesteldheid.
Is deze stelling juist of onjuist?
|
1. |
|
onjuist, communicatie kan alleen beïnvloed worden door je geestelijke
gezondheid |
2. |
|
juist, communicatie kan door beide beïnvloed worden |
3. |
|
onjuist, communicatie kan door geen van beiden beïnvloed worden |