PROEFTOETS 2

Dit is een proeftoets waarmee je je voorbereidt op de schriftelijke toets voor het
CINSES LMP-certificaat©.

Het eigenlijke examen zal net als deze proeftoets uit 30 vragen bestaan. Je krijgt straks 60 minuten de tijd voor dit examenonderdeel.

Per vraag is één antwoord juist. Kies antwoord 1, 2 of 3 door een keuzerondje aan te klikken.

Per vraag is één punt te behalen. Wanneer je 18 punten of meer hebt gehaald, ben je geslaagd voor deze proeftoets.


NB: wanneer je leest “leerling” en “hij”, wordt natuurlijk ook “zij” bedoeld

1

Bestudeer onderstaande stelling:
Een leerling die al veel gecoacht is, is beter in staat zichzelf te coachen.
Is deze stelling juist of onjuist?

1.

Onjuist, je kunt jezelf niet coachen

2.

Juist, je kunt dit leren

3.

Onjuist, dit leer je niet door zelf gecoacht te worden


2

Wat doe je niet wanneer je een gesprek of verhaal samenvat?

1.

Je maakt duidelijk wat de vragen of problemen van de leerling zijn

2.

Je ordent het verhaal van de leerling

3.

Je controleert of je de leerling goed begrepen hebt


3

De leerling heeft voor de derde keer niet gedaan wat je hebt gevraagd. Hoe reageer je als leermeester?

1.

Je doet niet wat ik zeg en dat vind ik vervelend. Snap je dat?

2.

Dit is nu al de derde keer, ik ben het nu echt zat. Doe wat ik zeg!

3.

Ik zou het prettig vinden als je deed wat ik vroeg


4

Wat wordt in het opleidingsoverleg besproken?

1.

De opdrachten die de leerling voor school moet uitvoeren

2.

De taken die de leerling op het bedrijf heeft uitgevoerd

3.

beide


5

Bestudeer onderstaande voorbeeldvragen voor een coachingsgesprek.
“Wat zou je kunnen doen om de situatie te veranderen?”“Welke alternatieven zijn er voor de aanpak die je nu voorstelt?”
Bij welke fase van het GROW- model horen dit soort vragen?

1.

Wrap it up

2.

Options

3.

Reality


6

Competenties van sollicitanten zijn het beste te meten door de STAR methode te gebruiken. Wat is de eerste stap bij deze methode?

1.

de sollicitant een fictieve situatie uit het verleden voorleggen

2.

de sollicitant een waarheidsgetrouwe situatie uit het werkveld voorleggen

3.

de sollicitant een waarheidsgetrouwe situatie uit het verleden voorleggen


7

Welke 4 elementen moet een inwerkchecklist minimaal bevatten?

1.

20/30 belangrijkste handelingen, calamiteitenplan, Haccp en afspraken met leerling

2.

20/30 belangrijkste handelingen, calamiteitenplan, Haccp en huisregels

3.

20/30 belangrijkste handelingen, rooster, Haccp en huisregels


8

Waarom is het tijdens de inwerktijd van belang dat er aan het eind van elke dag een korte evaluatie plaatsvindt?

1.

om te controleren of de leerling al zijn taken heeft gedaan

2.

om de leerling te helpen zijn plaats te vinden in het bedrijf

3.

om het inwerkprogramma aan te passen aan de wensen van de leerling


9

Aangeraden wordt om regelmatig een opleidingsgesprek te plannen met je leerling. Hoe vaak kun je dit opleidingsgesprek het best plannen?

1.

1x per week

2.

elke dag

3.

1x per maand


10

Welke van onderstaande taken is geen onderdeel van het begeleiden van de leerling?

1.

Zorgen dat de leerling werkt in een omgeving die hem enthousiast maakt

2.

Een planning maken voor het verloop van de opleiding van de leerling

3.

Zorgen dat de leermeester gestimuleerd wordt door de leerling


11

Beroepsvaardigheden worden beoordeeld aan de hand van meetpunten. Hoe worden deze meetpunten genoemd?

1.

beoordelingscriteria

2.

gedragsankers

3.

competenties


12

Wat is het doel van de RI & E?

1.

het opstellen van een plan van aanpak voor de gezondheids- en veiligheidsrisico's binnen het bedrijf

2.

het opstellen van regels over vakantie en vrije dagen

3.

het opstellen van een overzicht van regels met betrekking op persoonlijke gegevens van leerlingen


13

Door verschillende valkuilen kan de objectiviteit van een beoordeling negatief beïnvloed worden. Hoe worden die valkuilen genoemd?

1.

vooroordelen

2.

waarnemingsfouten

3.

subjectiviteitpatronen


14

Wat betekenen de drie P’s die door een coach in een coachgesprek gebruikt worden?

1.

Protection, Permission, Power

2.

Projection, Professional, Power

3.

Professional, Protection, Power


15

Een leerling neemt soms gedrag over van de leermeester. Hoe noem je dit?

1.

experimenteren

2.

imiteren

3.

samenwerken


16

De leermeester stelt vast dat de leerling een bepaalde taak niet wil leren, maar ook niet kan leren. Op welke manier kan hij de leerling het best begeleiden? Door …

1.

de leerling te instrueren

2.

door met de leerling te onderhandelen

3.

door de leerling te overtuigen van zijn kunnen


17

De leerling probeert een dure fles wijn te openen en laat hem vallen. Hoe moet de leermeester reageren?

1.

Hij verbiedt de leerling voortaan nog dure flessen wijn te openen

2.

Hij spreekt af om het openen van wijn nog eens te oefenen

3.

Hij ruimt de scherven op en zegt er niets meer over


18

Je wilt een taak aan een leerling delegeren. Hoe voorkom je dat deze taak te groot of onuitvoerbaar lijkt voor de leerling?

1.

Een leerling moet je niet delegeren, hij heeft voldoende eigen werk

2.

Door alles samen te doen met de leerling

3.

Door de taak stapsgewijs op te bouwen


19

Hoe vaak moet je een functioneringsgesprek voeren met een leerling?

1.

1 à 2 maal per jaar

2.

1 maal per maand

3.

minstens 4 maal per jaar


20

Voor sommige vaardigheden is observatie over een langere periode belangrijk. Voor welke van de onderstaande vaardigheden geldt dit?

1.

vaktechnische vaardigheden

2.

beroepsvaardigheden

3.

manuele vaardigheden


21

Wat is het verband tussen het examen en het instructieplan?

1.

Het instructieplan bevat sommige taken die geëxamineerd worden

2.

Het instructieplan bevat alle taken die geëxamineerd worden

3.

Er is geen verband tussen het examen en het instructieplan


22
Mag een werkgever bepaalde relevante persoonsgegevens van een personeelslid doorgeven aan de belastingdienst?

1.

Nee, de belastingdienst moet deze gegevens zelf opvragen bij het betreffende personeelslid

2.

Ja, dit zijn ze zelfs verplicht

3.

Ja, maar alleen wanneer dit personeelslid toestemming heeft gegeven


23
Wat is het belangrijkste kenmerk van een functioneringsgesprek?

1.

aanpassingen in het opleidingsplan bespreken

2.

zwakke punten van de leermeester duidelijk krijgen

3.

sterke en zwakke punten wederzijds helder krijgen


24
Wat is het voordeel van het ruim vooraf vaststellen van de agenda van een beoordelingsgesprek?

1.

de leerling krijgt de kans zich nog te verbeteren

2.

je weet zeker dat alles op de agenda staat

3.

de kans op een subjectieve beoordeling wordt verkleind


25
Wanneer het menselijk brein informatie verwerkt worden daar filters bij gebruikt. Wat is de functie van die filters?

1.

Ze dienen voor beide doeleinden

2.

Ze dienen om informatie te interpreteren

3.

Ze dienen om informatie te selecteren


26

Welke vragen zijn in een gesprek het meest effectief?

1.

suggestieve vragen

2.

open vragen

3.

gesloten vragen


27

Welke vraag aan de leerling is het meest effectief?

1.

Hoe ging het uitserveren gisteren?

2.

Het uitserveren ging geloof ik niet zo?

3.

Ging het uitserveren gisteren goed?


28

Je leerling praat constant door je heen bij een instructie. Je wilt duidelijk maken dat je het gedrag niet op prijs stelt. Hoe kun je dit het beste zeggen?

1.

kun je daar alsjeblieft mee ophouden, ik vind je gedrag ergerlijk

2.

ik zou het waarderen als je me in het vervolg laat uitpraten

3.

je moet me niet constant in de rede vallen


29

Welk van de onderstaande antwoorden bevat alleen voorbeelden van non-verbale communicatie?

1.

knipogen, een brief schrijven en schouders ophalen

2.

schelden, zingen en een brief schrijven

3.

knipogen, schouders ophalen en fronsen


30

Op welke manier kan een leermeester zijn eigen opleidingen plannen en organiseren?

1.

Door een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (P.O.P.) op te stellen voor zichzelf

2.

Door zijn eigen carrière voorrang te geven

3.

Door zich te verdiepen in ontwikkelingen en trainingen in een ander vakgebied

 

 

Klik op de knop om uw score te tonen: